top of page
chiny-semois-kayak-canoe-chassepierre-lo

Aanbevelingen voor de afdaling van de Semois

chiny-kayak-semois-recommandations-batif

De regels voor riviergebruik (River Access Code)

Algemene beginselen

  •          Verantwoordelijk handelen.

  •        Rekening houden met de andere riviergebruikers en met de omwonenden.

  •        Het milieu respecteren en beschermen.

​

Verantwoordelijk handelen

Bereid je route voor en check waar de toegelaten vertrek- en aanlegplaatsen liggen.

Voorzie de juiste uitrusting en neem een mobiele telefoon mee (noodnummer 112) in een waterdicht tasje.

Kies een route en omstandigheden op maat van je technische en fysieke niveau.

Respecteer de toegelaten vaarperiodes en -uren.

Parkeer je auto op de voorziene plaatsen (op bepaalde vertrekplaatsen is er weinig parkeergelegenheid).

Vaar je regelmatig, vergeet dan niet om je in te wijden in de verschillende vaartechnieken (voor meer inlichtingen kan je terecht bij de Belgische Franstalige kano- en kajakfederatie, op http://www.ffckayak.be/).

 

Rekening houden met de andere riviergebruikers en met de omwonenden

Let op voor vissers, stop eventueel en vraag waar je het best voorbijvaart. Peddel niet te wild.

Het is strikt verboden om te vertrekken en aan te meren buiten de officiële aanlegplaatsen; blijf weg van privéterrein en laat de weides langs de rivier voor wat ze zijn.

Respecteer de lokale instructies en de informatie van het departement Natuur en Bos en van de verhuurder. Let op tijdens het jachtseizoen, informeer je vooraf.

Blijf op technische stukken ver genoeg van de boot voor je, hinder de andere bootjes niet.

 

Het milieu respecteren en beschermen

Neem al je afval mee, ook organisch! Wat je vol in je boot krijgt, krijg je er ook leeg in ... Doe alles in een stevige vuilniszak: mocht je kapseizen, dan valt je vuil niet in het water.

Gooi nooit etensresten in de rivier, giet geen vloeistoffen in het water. Neem geen duik in het water als je bent ingesmeerd met zonnecrème.

Maak geen kabaal, respecteer de rust van de natuur.

Laat geen sporen na, trek geen planten uit, maak geen dammetjes met de stenen in het water.

Laat op stukken met weinig water je boot niet over de bodem van de rivier slepen; stap meteen uit en stap erachter aan (een touw van een 5-tal meter, bevestigd aan de achterkant van de boot, kan dan van pas komen).

Draag je boot bij het vertrekken en aanmeren, sleep hem niet de oever op, om schade te vermijden.

En niet vergeten: in Wallonië is het strikt verboden om te kamperen en vuur te maken buiten de zones die daar speciaal voor aangelegd zijn.

 

VEILIGHEIDSCODE: gevaren, communicatie, uitrusting.

De gevaren van de rivier

In Wallonië zijn de voornaamste gevaren voor kanoërs en kajakkers laaghangende bomen en takken, dammen, bruggen en onderspoelingen. We raden dan ook aan om:

  •          nooit alleen te varen,

  •          altijd goed uit te kijken op de route,

  •          waar nodig halt te houden om eventuele obstakels juist in te schatten,

  •          te communiceren met andere bootjes.

​

Bomen en takken

Er liggen regelmatig omgevallen bomen dwars over de rivier. Afhankelijk van het traject van de rivier en de sterkte van de stroming, kunnen die bomen een groot risico vormen. Draag je kajak / kano voorbij de bomen / takken. (het is toegelaten om uit te stappen buiten een aangeduide aanlegplaats als er een obstakel op je weg ligt). Bomen die de doorgang versperren moeten gemeld worden aan de beheerder van de waterloop, of via mail naar info.kayak@spw.wallonie.be.

Op heel wat routes hangen er takken laag over het water. Bij hoog water bestaat het risico dat de stroming je onder die takken sleurt, en omdat ze soms deels onder het water hangen, kunnen ze een gevaarlijk obstakel vormen. Let dus goed op.

 

Dammen

Onze rivieren zijn bezaaid met dammen; soms volledig verlaten, soms ingericht met een doorgang voor kajakkers. Soms is het strikt verboden om er langs te varen. Weet dat een dam kan een heel gevaarlijk obstakel kan zijn, let dus erg goed op.

Zie je nergens een aangelegde doorgang, neem de dam dan niet met je kajak/kano. Het risico bestaat dat je je verwondt of dat je kajak/kanoer gehavend uitkomt. Stap gewoon eventjes uit en draag je kajak/kano over de dam, of (als het niet anders kan) over de oever (denk er dan wel aan dat u mogelijk op privéterrein bent).

​

Bruggen

Wees voorzichtig met bruggen; blijf zo ver mogelijk van de pijlers en let op voor obstakels die onder water staan.

​

Onderspoelingen

Onderspoelingen ontstaan op plekken waar de rivier een plotse, haakse bocht maakt en waar de stroming tegen de oever botst. In Wallonië vind je ze vooral op de plekken waar de oever dieper is uitgesneden. Draaikolken zijn gevaarlijk. Afhankelijk van de kracht en de snelheid van de stroming, loop je het risico dat het water je tegen de oever gooit. Wanneer je kano/kajak omslaat, bestaat de kans dat je vast komt te zitten.

 

Communiceren met andere boten

Links en rechts verwijzen altijd naar de kant van de rivier gezien van in de boot met de neus stroomafwaarts (met de rug naar de bron dus).

Voor je vertrekt spreekt u best wat signalen af met je metgezellen. De onderstaande signalen worden vaak gebruikt, al zijn ze niet universeel (bron: Canad.be).

​

Geluidsignalen

Een kort signaal: om de aandacht te trekken. Antwoord als alles oké is: tik op het hoofd met de hand.

Reeks van korte, opeenvolgende signalen: gevaar, onmiddellijk stoppen en afmeren waar mogelijk, wachten op instructies van de leider.

​

Gebaren

Een peddel (of arm) verticaal: vaar exact langs de plek waar ik vaar / volg mij / ga mooi rechtdoor.

Een peddel (of arm) schuin naar boven en links of rechts gericht geeft de juiste doorgangsrichting aan (links/rechts).

Een peddel (of beide armen) horizontaal: onmogelijke passage, stoppen.

 

De juiste uitrusting

Tot op heden bestaan er geen officiële verplichtingen ivm de uitrusting en het materiaal aan boord van pleziervaartuigen op onbevaarbare (maar wel 'kajakbare') waterlopen. Om ten volle en veilig te genieten van je tocht op het water, onthoud je best dit:

  • De kajakroutes op onze rivieren zijn vaak afgelegen, het dichtstbijzijnde dorpje ligt soms op een uur wandelen, en je hebt niet overal gsm ontvangst.

  • Het weer kan omslaan: het kan best zijn dat je de afvaart begint onder een stralend zonnetje en eindigt met 10 graden minder en in de regen.

  • De vaartijden lopen fors uiteen: bij laag water zal je regelmatig uit de kajak/kano moeten om hem voort te trekken; en in de lente kunnen waterranonkels en andere waterplanten je snelheid verminderen.

  • Sla je om, dan koel je snel af, schaduw en wind versterken dat effect alleen maar (aanzienlijk risico op onderkoeling, vooral bij kinderen).

  •  Je kan je stevig pijn doen wanneer je kapseist. De krachtige stroming en de scherpe stenen op de bodem kunnen ernstige letsels veroorzaken. Op sportieve stukken en aan dammen mag je gerust een helm opzetten,

Professionele outdoor gidsen raden de volgende uitrusting aan voor recreatieve kano- en kajaktochten tussen april en september (bron: Nature-Projects.be en Canad.be). Bij sportieve tochten steek je best even je licht op bij de clubs aangesloten bij de federatie, bij lokale verhuurders en bij gespecialiseerde organisaties, zodat je zeker bent dat je de goede uitrusting hebt (helm, neopreenpak, kaart enz.).

  • Reddingsvest (in de juiste maat, correct aan te sluiten op het lichaam). Verplicht voor kinderen jonger dan 12 en  aanbevolen voor iedereen.

  • Mobiele telefoon (die je binnen handbereik houdt, in een waterdicht tasje).

  • Dichte schoenen (oude sportschoenen of speciale waterschoenen).

  • hoed of pet (op het water verbrand je sneller).

  • Zonnebril (door de reflectie van het zonlicht is het soms lastig om goed te zien op het water).

  • Reservekleding (minstens een trui en een windjack, ook in de zomer).

  • Waterdichte bus en tas (om alle reservespullen droog te bewaren).

  • Identiteitspapieren, kaart en (desgevallend) het telefoonnummer van de verhuurder.

  • Drank en eten

  • Reservepeddel

Internationale moeilijkheidsschaal voor kano- en kajakrivieren

(White Waters International Classification - WWC)

De rivieren worden ingedeeld van categorie I tot VI, afhankelijk van hun vastgestelde technische moeilijkheidsgraad, voor rivieren met een natuurlijk debiet, in een periode van normaal debiet. Een bepaald traject kan op sommige punten of in een bepaalde periode moeilijker zijn: dat wordt dan vermeld tussen haakjes, bijvoorbeeld II(III) of II+. Deze indeling is louter indicatief, ze houdt geen rekening met onvoorzienbare lokale omstandigheden (omgevallen bomen, oeververzakkingen enz.). Kanoërs en kajakkers die over natuurlijke waterlopen varen, moeten de hele tijd oplettend zijn en de elementaire vaartechnieken onder de knie hebben.  Vanaf categorie III is een uitstekende technische beheersing onmisbaar.

Alle routes in Wallonië die het hele jaar door toegankelijk zijn voor toeristen (Lesse, Ourthe, Semois, Amblève) zijn van categorie I. Op de gedeelten die in de winter opengesteld worden, is de moeilijkheidsgraad meestal niet hoger dan categorie II, in uitzonderlijke gevallen zit er al eens een stukje van II+ bij. Trajecten van categorie III vind je enkel op routes die bij uitzondering toegankelijk zijn. Maar let op! Deze indeling is gemaakt op basis van een 'normaal' debiet: bij hogere waterstand kunnen de snelheid van de stroming en de kronkeling van de rivierbedding de moeilijkheidsgraad opdrijven, door onvoorziene obstakels (bomen rotsen) die je heel snel nadert.

Algemeen gesproken moet je niet-natuurlijke hindernissen zoals bruggen en vooral de vele dammen, nog actief of in onbruik geraakt, met de grootste voorzichtigheid benaderen: het water is er heel onvoorspelbaar, en het gevaar is soms onzichtbaar (ijzerafval, betonblokken ...).

 

Categorie I - Gemakkelijk

Trage en regelmatige loop, kleine regelmatige golven, weinig werveling, eenvoudige obstakels.

Voorbeelden: de Lesse tussen Houyet en Gendron, de Semois van Chiny tot Chassepierre, de Viroin ...

Categorie II - Gemiddeld (vrije doorgang)

Regelmatige loop, onregelmatige golven, gemiddelde werveling, lichte draaikolken en stroomversnellingen, eenvoudige obstakels in de stroming. Beperkt verval.

Voorbeelden: de Salm, de Our, de Houille, de Sûre, de westelijke en oostelijke Ourthe ...

Categorie III - Moeilijk (zichtbare doorgang)

Hoge en onregelmatige golven, veel werveling en sterke draaikolken en stroomversnellingen. Rotsblokken, kleine watervalletjes en allerhande obstakels in de stroming.
In Wallonië worden trajecten van categorie II bij hoog water opgewaardeerd naar categorie III.

Categorie IV - Zeer moeilijk (doorgang niet zichtbaar vanaf de boot, verkenning nodig)

Grote en aanhoudende golven, krachtige en snelle rollers. Rotsen die de stroming versperren, hoge watervallen met keerzog.

Categorie V - Uiterst moeilijk (vooraf verkennen is onvermijdelijk en verplicht)

Extreme golven, draaikolken en stroomversnellingen. Smalle passages, heel hoge watervallen met moeilijk begin en einde, gevaarlijke rotsen.

bottom of page